In zijn boek ‘Wim Schuhmacher, De Meester van het Grijs’ schrijft Jan van Geest ‘grijs was voor Schuhmacher de kleur van verheven, onaardse stilte'.
Ook de brieven die Schumacher in de periode 1919-1925 aan zijn vrouw schreef, onder andere vanuit Corsica, bieden een schat aan informatie. Hij zag de wereld toen al in grijzen; zilvergrijs, oud grijs, vergrijsd en fijn grijs zijn omschrijvingen die de schilder gebruikte om zijn indrukken van het mediterrane landschap weer te geven. De grijze toon werd voor hem een middel om de natuur en de menselijke hartstochten te overwinnen.
Schuhmacher gaf zijn onderwerpen topografisch meestal gedetailleerd en precies weer, zoals uit foto's en ansichtkaarten blijkt, maar de manier waarop hij schilderde gaf ze een onwerkelijk karakter. Zijn werkwijze is herkenbaar in het schilderij “Gezicht in het dal bij Corte, Corsica’ uit 1921.