Anna en Maria ca. 1470-1500

Op dit paneel is de heilige Anna afgebeeld, met vóór haar Maria. Op de achtergrond zien we links een kasteelachtig complex, compleet met gracht en bruggetje. Erlangs slingert een weggetje omhoog naar een ommuurde stad met een grote hoeveelheid torens. Hans Memling was de eerste schilder die dergelijke landschappelijke achtergronden introduceerde in zijn portretten. Dat was vernieuwend voor die tijd en beïnvloedde de portretschilderkunst in Europa ingrijpend.

Aangetrokken door het kunstklimaat in de zuidelijke Nederlanden verliet Memling, zoals vele andere schilders uit Duitsland in die tijd, zijn geboorteplaats Seligenstadt. Na een periode in het Brusselse atelier van Rogier van der Weyden gewerkt te hebben, vestigde hij zich in 1465 in Brugge, waar hij kennismaakte met het werk van Jan van Eyck. Het was de tijd dat de internationale gotische stijl langzaamaan terrein verloor aan realistische tendenzen.

Brugge was in 15e eeuw een belangrijk internationaal handelscentrum. Vele kooplieden, bankiers en ambachtslieden uit Italië, Spanje, Frankrijk, Engeland en Duitsland vestigden zich hier. Dankzij deze rijke opdrachtgevers en dankzij de Brugse patriciërsfamilies wist Hans Memling (met zijn atelier) een groot oeuvre tot stand te brengen. Hij was één van de productiefste en meest veelzijdige (portret-) schilders van zijn tijd. Bijna 100 werken zijn bewaard gebleven.