De werken van Geert Lap vormen door hun uitgebalanceerde vormen, monochrome en poederachtige kleuren en perfecte afwerking een sereen geheel. De objecten lijken dan ook machinaal vervaardigd te zijn, maar ze zijn stuk voor stuk met de hand gemaakt. Lap wilde in zijn ontwerpen kleur en vorm één laten worden. Het aparte laagje gekleurd glazuur leidde volgens hem namelijk te veel af van de gedraaide vorm. In 1987 lukte die samensmelting hem met de zogenaamde terra sigillata-techniek, waarbij gekleurd ‘slib’ op de ongebakken vorm aangebracht wordt en vorm en kleur letterlijk één worden tijdens het bakken. Met deze techniek kon hij zijn kommen, schalen en vazen nog egaler maken en de randen bovendien nog dunner. Dit komt goed tot uitdrukking in zijn werk De Kleurendriehoek bestaande uit 21 kommen (1988), een van de belangrijkste werken uit zijn oeuvre.