Jan Roeland schildert gewone dingen als dozen, tafels, kegels, ballen, bomen en planten. Deze voorwerpen worden sterk versimpeld weergegeven op doeken van bescheiden huiskamerformaat. Hij werkte in meerdere lagen olieverf, die zodanig geconcentreerd werd aangebracht dat de geometrie en het picturale sterk op de voorgrond traden. Het werk doet soms enigszins laconiek en humoristisch aan. Dat doet hij sinds eind jaren zestig en altijd in series. Konden die series in het begin nog bestaan uit schilderijen met steeds één voorwerp erop, gaandeweg werden het er twee, drie en zelfs vier. Hoewel die voorwerpen bij Jan Roeland altijd wel min of meer herkenbaar zijn, is de abstractie van de schilderijen een ander belangrijk kenmerk. Daardoor heerst in zijn werk een zin begoochelende spanning, niet alleen tussen figuratie en abstractie, maar ook tussen aspecten als vorm en kleur, roerloosheid en zindering en in de plaatsing van het ene voorwerp ten opzichte van het andere. Wat misschien nog wel het meest tot de verbeelding spreekt is de intense kleurwerking in Jan Roelands schilderijen. En niet te vergeten: het gevoel voor humor erin.