Lei Molin is vooral bekend om zijn abstracte kunst. Gedurende zijn leven heeft hij in verschillende stijlen en met verschillende technieken gewerkt. Grofweg kunnen er vier verschillende periodes worden onderscheiden. In het begin van zijn kunstcarrière heeft hij veel grote abstracte doeken in uitbundige keuren vervaardigd. Daarnaast maakte hij destijds ook figuratieve werken die landschappen, dorpsgezichten en portretten verbeelden. In de jaren zestig verhuisde hij naar Amsterdam en sloot zich aan bij de zogenaamde "Amsterdamse Limburgers". Hij kwam onder invloed van Cobra en het minimalisme en beperkte zich tot abstract werk. Tot 1967 heeft hij veel olieverfschilderijen op doek gemaakt. In de periode daarna verdwenen de uitbundige kleuren uit zijn schilderijen en maakte hij vooral gebruik van wit, zwart en grijs. Pas na 1985 kwam de kleur in zijn werk terug. Toen heeft hij voornamelijk collages, zeefdrukken en gewassen inkttekeningen gecreëerd. Typerend voor de expressieve werken uit deze periode zijn de krachtige kleuren en vormen, en onconventionele materialen zoals plastic folie, dat hij in zijn schilderijen verwerkte.