Leeuwenpaar loerend naar nachtelijk kampvuur 1887

Een leeuw en een leeuwin, bijna beeldvullend, als het ware midden in hun bewegingen vastgelegd. Je vraagt je af wat er in de volgende seconde gaat gebeuren.
Het werk heeft een grote artistieke uitstraling en ziet er volledig natuurgetrouw uit. Toch is dit vroege werk van Richard Friese niet gebaseerd op observatie van de dieren in hun natuurlijke omgeving, maar op studie van hun gedrag in de Berlijnse dierentuin. Friese had een bijzondere belangstelling voor de koning der dieren en maakte verschillende prachtige werken. Later zou hij het schilderen van leeuwen overlaten aan Wilhelm Kuhnert, omdat hij de dieren nooit in de vrije natuur in Afrika had kunnen observeren.

De gespecialiseerde dierschilderkunst maakte in de tweede helft van de 19e eeuw een grote ontwikkeling door. De oorzaak daarvan lag voor een belangrijk deel in het feit dat kunstenaars als de “Grote Vier” van het genre - Richard Friese, Wilhelm Kuhnert, Carl Rungius en Bruno Liljefors - het gedrag van de dieren in hun leefomgeving bestudeerden om een realistische weergave in hun werken te kunnen creëren.
Friese maakte studiereizen naar onder meer het Midden-Oosten, Canada en Scandinavië , waarbij hij een voorliefde had voor eenzame, door mensenhand nog onaangetaste gebieden. Dit resulteerde in werken van buffels, antilopen, gnoes, olifanten, ijsberen en zeehonden - op een unieke manier weergegeven in hun natuurlijke habitat.

Dichter bij huis, in het laagland bij de Memel en het woud Rominten maakte hij jacht op elanden en edelherten. Hier ontstonden talrijke tekeningen, aquarellen en schilderijen, die tot de hoogtepunten van zijn artistieke oeuvre gerekend worden. Voor zijn eerste olieverfschilderij “Löwen zur Nachtzeit einen Kral beschleichend” op de “Berliner Kunstausstellung” in 1881 oogstte hij meteen veel lof.