Halfnaakt 1964

Aat Veldhoen is méér dan de man die via zijn, niet zelden aanstootgevende, vrijende paren de cultuurgeschiedenis is ingegaan. Hij is de man die met grote openhartigheid de erotiek in de beeldende kunst hanteert. Maar hij is eveneens de man van ingetogen werken zoals ‘Portret van een Afrikaanse jongen’, de ‘Zittende vrouw’ en ‘Een portret van een man’.

In de jaren zestig kreeg hij bekendheid met zijn Rotaprentenplan. Door voor een habbekrats ‘prenten voor het volk’ te verkopen bracht hij zijn kunst op straat. De stapels prenten werden vanaf een bakfiets door de anti-rookmagiër Robert Jasper Grootveld voor drie gulden in Amsterdam verkocht. Veldhoen wilde dat iedereen zijn rotaprenten aan de muren kon hebben en dat ze niet zouden verdwijnen in mapjes van verzamelaars. Hij had daar in die tijd een sociale theorie over. Volksgrafiek moest het worden, tegen ramsjprijzen op de markt gebracht, zodat in een klap de kunstmarkt zou worden vernietigd. Helaas, de enige markt die Aat Veldhoen vernietigde was die van hemzelf, want zijn reguliere werk was plotseling niet meer aan de straatstenen te slijten.