Wim Schuhmacher was als schilder een autodidact. Vanaf 1913 werkte hij alleen nog maar als vrije kunstschilder. Zijn kennismaking met het werk van de Bergense School, de allereerste expressionistische beweging in Nederland, was belangrijk. Dit is ook te zien aan zijn schilderij ‘Portret van Tonia Stieltjes’. Bij de Bergense School denk je aan krachtige donkere schilderijen met vrije, enigszins kubistisch aandoende vormen, opgezet in aardkleuren – bruin, oranjebruin, oker, brons, blauwgroen, ook paarsrood, met enkele felle kleuraccenten – sterke licht-donker contrasten en een forse penseelstreek. Details zijn weggelaten; de schilders wilden laten zien wat zij belangrijk vonden. In verzadigde kleuren en sterke contrasten zetten de kunstenaars van de Bergense School hun landschappen, portretten en stillevens met groot gebaar in stevige penseelstreken op het schilderslinnen.
Ook de lichtinval op een schilderij was belangrijk voor Wim Schuhmacher. Hiervan zie je bijvoorbeeld iets terug in de portretten die hij omstreeks 1920 maakte en waarbij hij de figuren bij voorkeur zo bij een raam plaatste dat het licht hen als een aureool omstraalt.
Tonia Stieltjes (1881-1932) was een geliefd schildersmodel. Jan Sluijters maakte meer dan 10 portretten van haar. Ze zou echter een andere weg kiezen.
Tonia werd als Gesina Antonia Milgens geboren in Amsterdam. Haar vader leefde 24 jaar in slavernij in Suriname, haar moeder was dienstbode bij een Surinaamse plantersfamilie in Amsterdam. Zelf kwam ze begin twintigste eeuw in dienst bij een bekende socialistische familie. De nadelige gevolgen van de industriële revolutie zorgden in die tijd voor maatschappelijke onrust. Het arbeidersvraagstuk en de sociale positie van vrouwen waren belangrijke thema’s en Tonia engageerde zich hiermee. Ze zette zich, aanvankelijk als activiste achter de schermen, in voor een betere behandeling en betaling van dienstbodes en werd tenslotte vakbondsleidster.