Informatie Download
Jan Buysen 1749 Amsterdam (Nederland) - 1813 Amsterdam (Nederland)

Tabakspot 1781

De vormgeving en het materiaal waarvan tabakspotten zijn gemaakt geven een goede indicatie van de status van de roker. In vermogende kringen wordt de tabakspot van zilver gemaakt en zij volgen altijd de laatste mode. Daardoor kunnen we de ontwikkeling in de stijlen nauwgezet volgen. Eerst de drie Lodewijkstijlen, gevolgd door de Empire, de Biedermeier en verder. De zilveren tabakspot diende ook als voorbeeld voor de tinnen tegenhanger, bestemd voor de eenvoudige milieus. Tin was het zilver voor de armen. In Engeland is vooral de loden tabakspot populair geweest en ook hier zien we overeenkomsten met potten van duurdere metalen.

De tabakspot komt in de achttiende eeuw in gebruik, wanneer het gewoonte wordt de tabak bij grotere hoeveelheden te roken. In de negentiende eeuw wordt de tabakspot meer een burgermansvoorwerp terwijl ook de variatie toeneemt. Zilverglas gaat dan het zware lood vervangen. Daarnaast komen duizenden ceramische potten tot stand, vaak in figurale vorm. Zij ontketenen een ware rage en oogsten succes wanneer de tabakspot in huiselijke kring ter tafel komt. Vanaf 1900 verdwijnt de tabakspot geleidelijk. Tabak wordt bij kleinere hoeveelheden gerookt, de sigaret gaat overheersen. De tabakspot wordt bescheiden.