Tegen het einde van de 16de eeuw gaan schilders zich specialiseren in bepaalde onderwerpen, zoals het portret of het stilleven. Pieter Saenredam legt zich tijdens zijn hele kunstenaarsloopbaan volledig toe op het weergeven van kerkgebouwen en interieurs. Deze voorstellingen, die destijds veel bewondering oogsten, worden ook wel ‘perspectieven’ genoemd vanwege de nauwgezette ruimteweergave. Saenredam wordt beschouwd als de belangrijkste architectuurschilder van de 17de eeuw.
Dit schilderij gunt de beschouwer een blik in de westelijke travee van de toen pas gebouwde Nieuwe Kerk in Haarlem, de woonplaats van de kunstenaar. Het classicistische interieur van de kerk draagt bij aan de serene en evenwichtige sfeer, die kenmerkend is voor Saenredam. In al zijn werken ligt de nadruk op de weergave van de ruimte; de nietige, spaarzaam aanwezige figuren hebben slechts tot doel de omvang van de imposante kerk te benadrukken.
Saenredam hecht veel waarde aan een natuurgetrouwe weergave van de gebouwen. Hij is de eerste architectuurschilder die bestaande in plaats van gefantaseerde kerken afbeeldt en hij streeft naar een zo kloppend mogelijke ruimteconstructie. Het centraal perspectief, waarbij alle diagonale lijnen samenkomen op een punt op de horizon, beheerst hij tot in detail. Toch heeft Saenredam soms de neiging de werkelijkheid naar zijn hand te zetten. Zo laat hij af en toe ‘storende’ elementen als trekstangen weg of hij verplaatst een pijler omwille van een evenwichtigere compositie.