Antiek miniatuurzilver werd al in de 16e eeuw speciaal voor vorstenkinderen gemaakt. In Nederland kwam miniatuurzilver, ook wel etagèrezilver genaamd, in de tweede helft van de 17e eeuw in zwang. Welgestelde dames, voornamelijk in Amsterdam, richtten een heel kabinet in als poppenhuis wat vervolgens werd voorzien van een miniatuurzilveren huisraad. Een kostbare hobby, de miniaturen werden van hetzelfde materiaal vervaardigd als de munten uit die tijd. Het poppenhuis werd een statussymbool. In de 18e eeuw was dit een grote rage. De vraag naar miniatuurzilver was in Amsterdam zo groot dat zilversmeden zich van generatie op generatie konden specialiseren in het maken van dit ‘poppegoet’ zoals het miniatuurzilver in die tijd werd aangeduid.