De bouilloire (in gewoon Nederlands: waterketel) met komfoor (lichtje) hield het theewater warm. Theekopjes werden gevuld met een bodem sterke thee, hetgeen werd aangevuld met heet water. Let wel: in de keuken bevond zich een koperen waterketel waarmee het water aan de kook gebracht werd! Een tweede ketel dus, louter om mee te pronken.