De Zwitserse archeoloog en kunstenaar Jakob Bill werd geboren als zoon van de kunstenaar Max Bill en zijn vrouw Binia. Net als zijn vader is hij een van de vertegenwoordigers van Concrete Art. In zijn kunst houdt hij zich voornamelijk bezig met vragen over verhoudingen in grootte en aantal en met de transformatie van de geometrische formele canon door middel van reductie, progressie, ritme en logica. Bovendien wordt zijn werk verrijkt door een schilderkunstige benadering van lyrische aspecten, waarmee hij de striktheid van zijn composities doorbreekt en een poëtische dimensie aan zijn werken ontsluit. Jakob Bill heeft een beeldtaal ontwikkeld die de stijlprincipes van concrete kunst op een verfrissende speelse manier in het heden verwerkt.
Zijn geduldige, precieze artistieke werk concentreert zich op de kleur. Meestal begint hij direct met schilderen. Daarom zijn er geen voorbereidende schetsen of tekeningen die kunnen worden aangesproken als onafhankelijke werken. Jakob Bill plaatst zichzelf in de traditie van Concrete Art, die elk beeld verloochent. Het beeld wint van de spanning tussen vorm en kleur, van licht en donker en verschillende bewegingselementen, van lineair tot plat. Het repertoire van vormen biedt de geometrie; serieel en systematisch speelt hij door middel van vorm-kleurconstellaties in verschillende varianten.
De specifieke bijdrage van Jakob Bill aan Concrete Art is de introductie van het kleurverloop in de schilderkunst. Dit onderscheidt hem van klassieke vertegenwoordigers van de concrete kunst zoals Josef Albers, Richard Paul Lohse of ook zijn vader Max Bill, die de kleurvlakken gelijkmatig instelt, zonder nuance tegenover elkaar. Op deze manier bereikt Jakob Bill een glinsterende en vibrerende kleur die de oppervlaktegrens overtreft en tot fascinerende ruimtelijke effecten leidt.