Andy Warhol is vooral beroemd om zijn 'vlakke' en contrastrijke schilderijen en zeefdrukken van verpakte producten en alledaagse objecten zoals Campbell's-soepblikken, bloemen en de banaan op de cover van het album The Velvet Underground & Nico (1967), alsook voor zijn gestileerde portretten van 20e-eeuwse beroemdheden als Marilyn Monroe, Grace Jones. Elvis Presley, Judy Garland, en Elizabeth Taylor.
De definitieve doorbraak van Andy Warhol kwam in de jaren ’60, toen hij zijn eigen exposities ging houden en andere artiesten om zich heen verzamelde in een studio genaamd ‘The Factory’. Warhol richtte zich in deze periode steeds meer op het afbeelden van typisch Amerikaanse objecten en taferelen, een kunststroming die bekend werd als popart. Zo maakte hij in deze periode onder meer schilderijen van tickets, dollarbiljetten, elektrische stoelen, paddenstoelwolken en Coca Cola flesjes.
Het Andy Warhol Museum in Pittsburgh, Pennsylvania is het grootste Amerikaanse museum opgedragen aan een enkele kunstenaar; het bevat meer dan 12.000 werken van Warhol. In de Slowaakse gemeente Medzilaborce, vlak bij het dorpje waarvan Warhol zijn ouders afkomstig zijn, is het Andy Warhol Museum voor Moderne Kunst te vinden. Het stelt een 160-tal werken van de kunstenaar en een groot aantal memorabilia van Warhol en zijn familie tentoon.