In het oeuvre van Harmen Abma (1937 – 2007) valt de verlate doorbraak van de moderne kunst in Friesland stap voor stap af te lezen. Al aan het eind van de jaren zestig maakte Abma een zelfstandige ontwikkeling door. Zo liet hij in 1968 in Harlingen een aantal intrigerende composities zien van kant en klare paraplu’s, die uitgespreid op de grond en geordend aan de muur overkwamen als heel oorspronkelijke, bijna abstract geometrische objecten. Hierin manifesteerde zich voor het eerst een seriële en mathematische werkwijze die zo kenmerkend zou worden voor zijn latere werk.