De installaties van Christiaan Zwanikken zijn als interactieve Wunderkammers, nieuwe configuraties van krijsende, klappende, tikkende curiositeiten gegenereerd door machines, als in een futuristische dierentuin. Zijn werken zijn hybride, techno-dierlijke figuren, gemaakt van draad of kabel die tot 'leven' komen, reagerend op de kijker en op elkaar. Zwanikken speelt de natuur - tegen kunstmatige - tegen kijker die elke gezaghebbende rol verwijdert: zijn hiërarchie wordt bepaald door een andere volgorde. Vanwege de onvoorspelbaarheid van de computerondersteunde elementen, is het niet zeker wie reageert op wie, wie er kijkt of bekeken wordt. Door bovendien de bewegingen van zijn werk extra te synchroniseren met elektronische of akoestische geluidscomposities, creëert Zwanikken wat hij 'techno-plasmische entiteiten' noemt. Dit zijn nieuwe creaties die op de evolutionaire ladder springen en niet worden beperkt door hun reële anatomie.